Sample records for zaken betreffende nieuwe

  1. Representation of Research Paradigms as a Function of Familiarity with Research Domains

    DTIC Science & Technology

    1992-07-01

    van de paradigma’s te kunnen vaststellen. Keuze van het Juiste paradigma werd bepaald door proefpersonen te vragen de betreffende zin te classificeren...als afkomstig van een bepaaid type onderzoek. De innoud van het paradigma werd bepaald door proefpersonen te, vragen zoveel kenmerken voor bet

  2. Monitoring geo-biodiversity interactions of a restored inland drift-sand cell in Nieuw Bergen (Li)

    NASA Astrophysics Data System (ADS)

    Jungerius, Pieter Dirk; van den Ancker, Hanneke; Arts, Andries; Borkent, Ido; Ketner-Oostra, Rita; Ketner, Pieter

    2013-04-01

    In 2002, a research was carried out by Jungerius, van den Ancker, Ketner-Oostra and Evers to see if it was possible to restore active inland drift-sand areas in National Park De Maasduinen in Nieuw Bergen, Limburg. The active drift-sand had completely disappeared from the area by nitrogen-rich precipitation. It was decided to try and restore the activity depicted on the first aerial photographs in 1933, if soil profile development and Natura 2000 species allowed this. The areas stabilized since then were overgrown, dominantly by the invasive moss Campylopus introflexus, a species introduced to the Netherlands by tanks during World War II. Areas colonized by Natura 2000 lichens were spared as centres for re-colonization. The research gave insight in the elongated geomorphological cell-structure of the original drift-sands and the rate of soil development after stabilisation. In 2005, the first active drift-sand cell was restored by increasing the erodibility of the terrain, by mechanically removing the sod and up to 5 cm thick soil formed since 1933, and increasing the erosivity of the wind by removing trees, mainly in the upwind direction. In 2008 a second cell was restored, and a third one in 2011. A monitoring programme was set up for the first cell to improve our understanding of stabilization and geodiversity-biodiversity interactions in drift-sand areas. Lines of erosion pins were monitored at regular intervals for a five year period. Aerial photographs made in 2005 and 2008 showed the pattern of stabilization of the moving sand. The poster will present the results of these experiments. In 2012, five years after the restoration, the active drift-sand cell was stable again and had turned into an open dry grassland, almost completely dominated by the Natura 2000 species Corynephorus canescens. Unfortunately several of the areas that were spared as centres for re-colonization of Natura 2000 lichens lay in the sand transport zone and had acted as sandtraps, and

  3. Evaporation from Sand

    DTIC Science & Technology

    1992-04-01

    Instituuts Advies R2ad PML Prof. dr. U.A.Th. Brinkanl~ 36. Direactur van het Medisch Biologisch Laboratorium TNO Prof.Dr. W.R.F. Notten 37. Directeur...Grootsdialige Rampenbestrijdcing Ministerie van Binnenlandsc Zaken Drs. H. Evers 9. Adviseur van het Prins Maurits Laboratorium TWO Prot. Dr. J.M. van...Rossum, 10. Adyisew, van het Prins Maurits Laboratorium TWO Chernisdie Research Prof.Dr. G. Dijkstra 11. H~ur. NBC DMKIJOMAT/KIO Ir. AAM. Slagveer 12

  4. OMEGACAM and Gravitational Lensing

    NASA Astrophysics Data System (ADS)

    Christen, Fabrice Frédéric Thiébaut

    2007-04-01

    Het proefschrift van Fabrice Christen gaat over de ontwikkeling van nieuwe methoden voor het corrigeren van (digitale) foto's van melkwegstelsels. Met deze methoden kunnen de beelden uit het heelal beter worden geanalyseerd. Het eerste gedeelte is gewijd aan het werk dat bij ESO is uitgevoerd aan de CCD's van de OmegaCAM camera, het enige instrument van de VST. OmegaCAM is een optische groothoekcamera met een beeldveld van een vierkante graad, opgebouwd uit een mozaiek van 8 bij 4 CCD's. Van elk onderdeel moeten alle kenmerken volledig bekend zijn voordat het in het CCD mozaiek geplaatst kan worden. In het tweede deel van dit proefschrift wordt de ontwikkeling van een nieuwe methode voor het corrigeren van de ``point-spread function'' (PSF) en schatten van de ellipticiteit van de melkwegstelsels besproken. De nieuwe techniek wordt getest en vergeleken met een door sterrenkundigen algemeen gebruikte methode in het veld van zwaartekrachtslenzen, de Kaiser, Squire en Broadhurst (KSB) methode. De nieuwe methode, gebaseerd op shapelet ontleding (vergelijkbaar met wavelet ontleding), gaat verder, en is sneller en theoretisch preciezer dan de KSB methode. Door gebruik te maken van de gecorrigeerde ellipticiteit, kunnen we een statistische analyse uitvoeren om er een kosmisch vervormingssignaal uit te halen. De licht vervormde beelden van de melkwegstelsels bewij zen dat de niet-homogene massaverdeling op megaparsec-schaal voornamelijk bestaat uit grote hoeveelheden donkere materie. Verder vergelijken we de schattingen van de ellipticiteit van de shapelet en KSB methode. Bovendien voeren we ook nog een melkwegstelsel-melkwegstelsel lens analyse uit op de 50 VLT Fors1 afbeeldingen en slagen we erin de belangrijkste eigenschappen van de halo's van de stelsels, die zich op een afstand van een- tot tweeduizend megaparsec (1 parsec = 3,26 lichtjaar = 3,085 x 10^16 meter) bevinden, te bepalen door gebruik te maken van twee modellen van melkwegstelselhalo's. Vergeleken met andere

  5. Present State of CBRN Decontamination Methodologies (Stand van Zaken CBRN- Ontsmettingsmethodieken)

    DTIC Science & Technology

    2007-03-01

    activity and effectiveness . The oxidation of HD requires the presence of activators such as carbonate (CO 3 2-, bicarbonate (HC0 3") or molybdate (MOO 4 2...gasses), nucleophilic substitution (alkaline hydrolysis and oximes) and alternative chemical approaches. Some chemical decontaminants are effective ...are commercially available. Most enzymes are only effective against GB and GD, however, some enzymatic approaches towards destruction of VX, HD and

  6. Making Sense for Society

    NASA Astrophysics Data System (ADS)

    van der Heide, J. J.; Grus, M. M.; Nouwens, J. C. A. J.

    2017-09-01

    The Netherlands is a densely populated country. Cities in the metropolitan area (Randstad) will be growing at a fast pace in the coming decades1. Cities like Amsterdam and Rotterdam are being overrun by tourists. Climate change effects are noticed in cities (heavy rains for instance). Call for circular economy rises. Traffic increases. People are more self-reliant. Public space is shared by many functions. These challenges call for smart answers, more specific and directly than ever before. Sensor data is a cornerstone of these answers. In this paper we'll discuss the approaches of Dutch initiatives using sensor data as the new language to live a happy life in our cities. Those initiatives have been bundled in a knowledge platform called "Making sense for society" 1 nieuws/2016/37/pbl-cbs-prognose-groei-steden-zet-door"target="_blank">https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/37/pbl-cbs-prognose-groei-steden-zet-door (in dutch)

  7. Job Oriented Training: Onderwijskundige Grondslag en Onderbouwing (Job Oriented Training: Foundation and Empirical Support)

    DTIC Science & Technology

    2008-07-01

    die binmen defensie tot aanzien van de effecten van JOT onderwijs met het nieuwe leren terug te dan toe in gebruik waren bij het theorie - voeren is op...problemen in de uitvoerings- onderwijs; toepassing van JOT impliceerde Grondslag praktijk van datzeltde regulier onderwijs. dat er geen theorie meer...het rechte eind Opdrachtnummer Datum PROGRAMMA PROJECT juli 2008 Program mabegeleider Projectbegeleider Auteur (s) IkolP.M.. Bonen,dr. A.H. van der

  8. Bewegingshinder van Impactbeschermingsmiddelen voor de ME van de KMar (Restriction of Movement of Impact Protective Clothing for the Anti-Riot Squad of the Dutch Military Police)

    DTIC Science & Technology

    2007-12-01

    kleding. omnstandigheden. zoals borst. armen en benen. Omdat er geen De nieuwe kieding met impactbLscherming bestaand testprotocol voor het testen van...verschillende onderdelen die bescherming biedt op diverse plaatsen op bet lichaam zoals borst, armen en benen. Orndat er geen bestaand testprotocol voor bet... armen en benen, Hieronder wordt kort omischreven welke ergonomische testen uitgevoerd moesten worden. 2.6.1 Sprint Bij een korte sprint (10 meter

  9. Toekomstvisie op Verstrekking en Ontwikkeling van Kleding op Basis van Scangegenereerde Gegevens (Scan Based Distribution and Development of Clothing)

    DTIC Science & Technology

    2006-07-01

    meting Maatke uzest rategi e Borstomvang =1 11 [104 ý󈧌 616 [120 124 Primair Tailleomvang =106 98 b02~ . 10 114 118 Secundair Halsomvang = 37,4 ý5 6 9 40...Vastgcsteld d.d. 3 juli 2006 Titel Ongerubriceerd M anagementuittrekscl Ongerubriceerd Samenvatting Ongerubriceerd Rapporttekst Ongerubriceerd Oplage . 9 ...kieding Het KPU bedrijf verstrekt kieding aan het Defensie-personeel en gebruikt daartoe een lichaamsscanner. Deze nieuwe techniek heeft gevolgen voor

  10. Conceptontwerp nieuwe slaapmatten (Concept Design of Sleeping Mattresses)

    DTIC Science & Technology

    2008-11-01

    Datum november 2008 Auteur (s) drs. P.A. Reffeltrath ing. M.G. Brandsma M.G.M. Weghorst Rubricering rapport Ongerubriceerd TK9 TNO-rapport...slaapmatten in combinatie met de gegevens van objectieve metingen. In theorie maakt het conceptontwerp het mogelijk om tegen minder gewicht en pakvolume...making a mattress that is lighter, has less packing volume, is more comfortable and more durable than the currently available mattresses. In theory

  11. Prophylaxis against Organophosphorous Nerve Agents - State of the Art (profylaxe tegen organofosfaat zenuwgassen - stand van zaken)

    DTIC Science & Technology

    2005-12-01

    consists of those that catalytically hydrolyze (in some cases stereoselectively) OP’s into non-toxic alkyl methyl phosphonic acids. These enzymes are so...8217fluorosphatase’, nowadays known as OPH, capable of hydrolyzing organophosphates. For therapy and/or profylaxis, a hydrolytic enzyme could be...HuPON hydrolyzes OP insecticides and nerve gases and a relationship was found between the amount of enzyme in different species and the toxic response

  12. Unvorgreifliche Gedanken, betreffend die Ausuebung und Verbesserung des Uebersetzungsunterrichts Englisch-Deutsch. (Modest Thoughts on the Use and Improvement of Training in Translation -- English to German).

    ERIC Educational Resources Information Center

    Haber, Bernd K.

    1978-01-01

    Surveys current practice in teaching translation and finds it faulty. An almost mathematical model of translation strategy is suggested for upper-level students of English who can use a monolingual dictionary. Two sample texts for testing the model are appended. (IFS/WGA)

  13. A proposition for a UNESCO application for European Geoparks: towards an international Geopark 'Delta' in the Netherlands and Belgium

    NASA Astrophysics Data System (ADS)

    Kluiving, Sjoerd; Kooistra, Geert; Kasse, Kees; Heskes, Erik

    2016-04-01

    In North-western Europe the rivers Rhine, Meuse and Scheldt have created a giant river delta over the past 3 million years. The area is usually observed by people as a flat and dull type of terrain, although sometimes unexpected elevation differences and sharp contrasts in landscapes occur. Geological phenomena, or 'geosites', in the Scheldt region, north of Antwerpen (B) and in the southern Netherlands testify from a dynamic landscape showing a range from very old to very young geological processes. Local exposures in Nieuw-Namen show a Pliocene partly indurated beach sediment witnessing coastal beach conditions in the Pliocene epoch as indicated by the presence of Aequipecten opercularis. The very well preserved microfauna, as well as the typical iron sandstone banks reflecting possibly Tertiary soil formation offer a unique geological exposure in the European landscape. Above the beach sands a hiatus of 2.5 million years is exposed, formed by river erosion during ices ages of the Quaternary. The resistent iron-sandstone outcrops are the erosional remains dating from that period. During the last ice age (Weichselian) permafrost conditions have caused frost-crack development, later covered by eolian sands. The sequence is concluded with Holocene soil formation and it represents a geological 'island' where fluvial and tectonic history over 3 million years has made a diverse landscape. Directly north of the Nieuw-Namen site a modern-day tidal regime is present in the Land of Saefthinge with tidal flats on the flanks of the Westerschelde. The hiatus in the geological site Nieuw Namen can be compared to the Brabantse Wal escarpment, which is another unique geomorphological structure, with a steep slope with an elevation difference up to 25 meter that can be followed over more than 30 km. In the slope 1.8 million years old tidal deposits of Tiglian age are exposed, covered by eolian dune deposits that were blown out of the Scheldt valley west of the escarpment during

  14. The Local Group in LCDM - Shapes and masses of dark halos

    NASA Astrophysics Data System (ADS)

    Vera-Ciro, Carlos Andrés

    2013-01-01

    In dit proefschrift bestuderen we de eigenschappen van donkere materie halo's in het LCDM paradigma. Het eerste deel richt zich op de vorm van de massadistributie van dergelijke objecten. We hebben gevonden dat de vorm van ge"isoleerde Melkweg-achtige donkere materie halo's significant afwijkt van bolsymmetrie. De lokale omgeving heeft invloed op de halo's en deze worden daarbij sterk be"invloed door de manier waarop massa aangroeit. We hebben ook de structuur en de baanstructuur van de satellieten van dergelijke halo's in detail onderzocht. In het algemeen zijn deze objecten sferischer dan de halo's zelf. Ze vertonen ook duidelijke afdrukken van getijdenwerking in zowel hun geometrische vorm als in de baanstructuur. Daarna gebruiken we het aantal massieve objecten rond de Melkweg om limieten te zetten op de totale massa van de donkere materie halo van de Melkweg. De eigenschappen van de massaverdeling van de Melkweg worden verder onderzocht in het laatste hoofdstuk. Daar maken we gebruik van de Sagittarius sterstroom om de vorm van de galactische potentiaal beter te bepalen. We komen met een nieuw model dat rekening houdt met de galactische schijf en de invloed van satellietstelsels en die bovendien consistent is met het LCDM paradigma.

  15. De Ontwikkeling van een PBPK Model voor VX; Stand van Zaken V013-813 en 207C (The Development of a PBPK Model for VX: Status Report)

    DTIC Science & Technology

    2006-02-01

    ing. H.C. Trap, dr. ir. M.J. van der werd zes maal gesproken over de Schans, ing. L.F. Chau, B.). Lander, invulling en de voortgang van het I.A. Cordia ...dr. ir. M.J. van der Schans, ing. L.F. Chau, J.P. Oostdijk, B.J. Lander, l.A. Cordia 25 TNO Defensie en Veiligheid, vestiging Rijswijk, Marketing en

  16. How Experts Solve a Novel Problem within Their Domain of Expertise (Hoe Experts een Nieuw Probleem Binnen hun Expertisegebied Oplossen)

    DTIC Science & Technology

    1990-10-02

    between neighboring goals in verbal protocols. 18 2.2 Materials All subjects received the following problem: The manufacturer of Coca Cola wants to improve...his product. Recently, he has received complaints that Coca Cola does not taste as good any more as it used to. Therefore, he wants to investigate...what it is exactly that people taste when they drink Coca Cola . In order to be able to make a comparison with the competitors, Pepsi Cola and a house

  17. Towards an international Geopark 'Delta' on the border of The Netherlands and Belgium

    NASA Astrophysics Data System (ADS)

    Kluiving, Sjoerd; Kooistra, Geert; Kasse, Cornelis; Heskes, Erik; Crombé, Philippe; Meersschaert, Richard; Soens, Tim; Kiden, Patrick; Vos, Peter; van den Berge, Noel

    2017-04-01

    In North-western Europe the rivers Rhine, Meuse and Scheldt have created a giant river delta over the past 3 million years. The area is usually observed by people as a flat and featureless type of terrain, although sometimes unexpected elevation differences and sharp contrasts in landscapes occur. Geological phenomena, or 'geosites', in the Scheldt region, north of Antwerpen (B) and in the southern Netherlands testify from a dynamic landscape showing a range from very old to very young geological processes. Local exposures in Nieuw-Namen show a Pliocene partly indurated beach sediment witnessing coastal beach conditions in the Pliocene epoch as indicated by the presence of Aequipecten opercularis. The very well preserved microfauna, as well as the typical iron sandstone banks reflecting possibly Tertiary soil formation offer a unique geological exposure in the European landscape. Above the beach sands a hiatus of 2.5 million years is exposed, formed by river erosion during ices ages of the Quaternary. The resistent iron-sandstone outcrops are the erosional remains dating from that period. During the last ice age (Weichselian) permafrost conditions have caused frost-crack development, later covered by eolian sands. The sequence is concluded with Holocene soil formation and it represents a geological 'island' where fluvial and tectonic history over 3 million years has made a diverse landscape. Directly north of the Nieuw-Namen site a modern-day tidal regime is present in the Land of Saeftinghe with tidal flats on the flanks of the Westerschelde. The geological monument of Saeftinghe is an excellent example of how the current landscape would be without embankments. The typical Dutch theme of the 'battle against water' in this concept has also gained a growing support from an increasing number of parties. The great diversity in geological processes and resulting landscapes is unprecedented on a global scale and has had its impact on the region's cultural and economic

  18. Effects of anisotropy in permeability on the two-phase flow and heat transfer in a porous cavity

    NASA Astrophysics Data System (ADS)

    Zhang, X. L.; Nguyen, T. Hung; Kahawita, R.

    Zusammenfassung In der Arbeit wird über die Ergebnisse einer numerischen Studie, betreffend die stationäre Konvektionsströmung und den stationären Wärmeübergang in einer rechteckigen, mit einem porösen, phasenveränderlichen Medium (PCM) verfüllten Kavität, berichtet. Den zwei vertikalen Berandungen der Kavität sind zwei, den Schmelzpunkt des PCM einschließende Temperaturen aufgeprägt, während die beiden horizontalen Berandungen adiabat gehalten werden. Das poröse Medium ist durch einen anisotropen Permeabilitätstensor charakterisiert, dessen Hauptachsen bezüglich des Gravitationsvektors beliebig orientiert sein können. Das Problem ist durch das Seitenverhältnis A, die Rayleigh-Zahl Ra, das Anisotropienverhältnis R und den Orientierungswinkel Θ des Permeabilitätstensor bestimmt. Hauptaugenmerk gilt dem Einfluß der anisotropen Permeabilität auf das Strömungsverhalten und den Wärme-übergang beim Phasenwechselprozeß flüssig/fest. Die Lösungsmethode basiert auf dem Kontrollvolumenprinzip in Verbindung mit der Landau-Transformation über welche das irreguläre Strömungsgebiet in ein rechteckiges abgebildet wird. Ergebnisse bezüglich Strömungsfeld, Temperaturverteilung, Phasengrenzenort und Wärmeübergang werden fürA=2,5Ra=40 0<=Θ<=Ï€ 0,25<=R<=4 mitgeteilt. Es zeigte sich, daß der Gleichgewichtszustand des Phasenwechselsprozesses fest/flüssig sowohl durch das Anisotropieverhältnis R als auch durch den Orientierungswinkel Θ des Permeabilitätstensors wesentlich beeinflußt werden kann. Zum einen existiert bei festgehaltenen ParameternA, Ra undR eine optimale Orientierung Θmax, bei der die Stromstärke, das Flüssigkeitsvolumen und der Wärmestrom Maximalwerte erreichen, während für Θmin=Θmax+Ï€/2 Minimalwerte resultieren. Ist das anisotrope Medium entlang der Optimalrichtung Θmax orientiert, so ergibt sich zum anderen, daß eine Vergrößerung der in diese Richtung fallenden Permeabilitätskomponente die Stromstärke und den WÃ

  19. Massage to prevent pressure ulcers: knowledge, beliefs and practice. A cross-sectional study among nurses in the Netherlands in 1991 and 2003.

    PubMed

    Duimel-Peeters, Inge G P; Hulsenboom, Mirjam A; Berger, Martijn P F; Snoeckx, Luc H E H; Halfens, Ruud Jg

    2006-04-01

    Pressure ulcers are a major problem in all areas of health care in the Netherlands. National guidelines for the prevention and treatment of pressure ulcers were originally developed in 1985 and revised in 1991 and 2002. The value of these guidelines can be questioned because it seems they are not in line with the beliefs and practice of the caregivers and only 5% of them are evidence-based. To get a better insight into nurses' current knowledge, beliefs and performed practices relating to massage, a study was designed to assess changes in these three aspects after the publication of the 2002 Dutch national guidelines. The outcome was compared with the situation in 1991, the year in which the previous guidelines were published. A cross-sectional comparative study was designed using written questionnaires. Questions were formulated regarding knowledge and beliefs about prevention methods and the actual use of these methods in the prevention of pressure ulcers. The 2003-survey population consisted of nurses working in the Netherlands and was approached at random via subscriptions to Nursing News (i.e. Verpleegkunde Nieuws), a Dutch professional journal or via affiliations to an institution participating in the 2003 National Prevalence Survey of Pressure Ulcers. Compared with the 1991 findings, the 2003 results show an improvement for the topic of pressure ulcers, but a deterioration regarding dehydration. It is obvious that the knowledge of the current CBO-guidelines on massage is still not widely distributed as it should be. Our overall conclusion is that the differences in responses between 1991 and 2003 are significant and suggest that the nurses were better informed in 2003. For the improvement of health care in the domain of pressure ulcer preventions, we need more than an accurate implementation of new or existing guidelines. Guidelines should also be based on qualitative, methodological well-designed studies to be evidence-based.

  20. The Tiberias Basin salt deposits and their effects on lake salinity

    NASA Astrophysics Data System (ADS)

    Inbar, Nimrod; Rosenthal, Eliahu; Möller, Peter; Yellin-Dror, Annat; Guttman, Josef; Siebert, Christian; Magri, Fabien

    2015-04-01

    ,C. Siebert, E. Rosenthal, J. Guttman and P. Möller (2015) Transient simulations of large-scale hydrogeological processes causing temperature and salinity anomalies in the Tiberias Basin, Journal of Hydrology, Volume 520, Pages 342-355, Marcus, E., Y. Slager, S. Ben-Zaken, and I. Y. Indik (1984), Zemah 1, Geological Complition ReportRep. 84/11, 108 pp, Oil Exploration (Investments) LTD, Tel Aviv. Möller, P., C. Siebert, S. Geyer, N. Inbar, E. Rosenthal, A. Flexer, and M. Zilberbrand (2011), Relationships of Brines in the Kinnarot Basin, Jordan-Dead Sea Rift Valley, Geofluids (doi: 10.1111/j.1468-8123.2011.00353.x). Simon, E., and F. Mero (1992), The salinization mechanism of Lake Kinneret, J. Hydrol., 138, 327-343. Starinsky, A. (1974), Relationship between Ca-Chloride Brines and Sedimentary Rocks in Israel, PhD thesis, 84 pp, Hebrew University, Jerusalem.

  1. Scatterometry

    NASA Astrophysics Data System (ADS)

    Stoffelen, Adrianus Cornelis Maria

    1996-10-01

    bij het hoornvormige oppervlak gegeven de metingen en hun nauwkeurigheid (inversie). De perceptie dat de metingen met grote waarschijnlijkheid dichtbij een hoornvormig oppervlak liggen, vormt essentiële a priori informatie van belang voor de inversie. Een inversieprocedure gestoeld op waarschijnlijkheidstheorie is afgeleid. Verder worden aan de hand van de structuur van het hoornvormige oppervlak indicatoren bepaald, van belang voor de kwaliteitscontrole, instrumentbewaking, en de verdere verwerking van de gegevens. In de appendix wordt een methode besproken die beschrijft hoe, aan de hand van geselecteerde windgegevens en een goed wind-microgolf verband, ofwel transfer functie, de scatterometer verstrooiingsmetingen gecalibreerd kunnen worden boven de oceaan. Het blijkt dat deze calibratie, die per antenne wordt uitgevoerd, uiterst nauwkeurig is, en, wanneer toegepast, in de 3D meetruimte de verdeling van gemeten tritsen gemiddeld dichterbij de door de transfer functie gemodelleerde hoorn brengt. Dit levert een verbetert scatterometer wind product op. De methode was met name van groot belang voor de validatie en calibratie van de ERS-2 scatterometer, voordat de instrumentele calibratie was voltooid. Met behulp van een set windgegevens uit een weermodel en hun geschatte nauwkeurigheden, passend in locatie en tijd bij een set van scatterometer metingen en hun geschatte nauwkeurigheden, kan met quasi-lineaire schattingstheorie ("Maximum Likelihood Estimation") de meest waarschijnlijke wind-microgolf transfer functie worden afgeleid. De niet-lineariteit en onnauwkeurige formulering van de transfer functie, een niet-uniforme verdeling van invoergegevens, en een inaccurate formulering van de geschatte nauwkeurigheid kunnen hier een goed resultaat in de weg staan. Een nieuwe functie, genoemd CMOD4, wordt afgeleid in hoofdstuk IV. Een eerste eis die gesteld wordt aan een transfer functie, is dat het in de 3D meetruimte nauwkeurig bij de gemeten tritsen past. Wanneer de "fit